Een waterontharder verzacht water door de kalk (calciumionen) en metaal (magnesiumionen) uit het inkomende water te verwijderen. Kalk en metaal liggen aan de oorzaak van kalkvorming. Kalkaanslag is namelijk het gevolg van kalk- en metaal dat zich afzetten tegen je leidingwerk en huishoudelijke toestellen.
Het water wordt naar de klep van de waterontharder geleid, die het water door een tank met speciaal onthardingshars laat stromen. Dit hars vervangt de ‘harde’ kalk en metaal die in het water aanwezig zijn door ‘zacht’ zout (natriumionen). Het ontharde water dat uit de tank komt, wordt vervolgens via de klep van de waterontharder doorgeleid naar de verschillende waterpunten in huis.
De harskorrels kunnen een bepaalde hoeveelheid ‘harde’ kalk en metaal uit het water verwijderen. Hoe harder het water of hoe hoger het waterverbruik, hoe sneller het
hars verzadigd is. Op dat moment moeten de afvalstoffen van de harskorrels gescheiden worden, om weer optimaal te kunnen werken (regenereren). Dit scheiden van afvalstoffen gebeurt door de harskorrels in contact te laten komen met pekel (opgelost zout).
Om deze pekel te kunnen toevoegen, moet de waterontharder gevuld worden met zouttabletten. Na het spoelen met pekel moeten de harskorrels gereinigd worden. Dit gebeurd door in omgekeerde richting de harskorrels te laten spoelen, waardoor het water wat uit de kraan komt geen zoutsmaak heeft en de harskorrels weer in perfecte staat is om het ‘harde’ water met kalk en metaal weer op te nemen.
Het hart van de waterontharder is de klep die volledig automatisch wordt aangestuurd. Hierdoor meet de waterontharder het totale waterverbruik en weet de ontharder wanneer het moet beginnen met het scheiden van de afvalstoffen (regenereren).
Het scheiden van de afvalstoffen bestaat uit 4 stappen: